Vandaag

De geschiedenis van hoe koeien voor hindoes 'heilig' werden, is niet zo heilig en het zal je wegblazen

Wij Indiërs nemen vaak alles op het eerste gezicht en proberen niet door onze voorvader de gevestigde gebruiken en religies te verstoren. Ik bedoel, hoe kunnen we worden gezien als degenen die in opstand komen tegen de lang gevestigde tradities, toch?



Na een reeks verboden en gemeenschappelijke incidenten hebben we besloten om dieper in te gaan op het ‘wat’ en ‘hoe’ van een bepaald onderwerp - ‘Hoe hindoes kwamen om geen rundvlees te eten’ en je zou versteld staan ​​van wat we aantroffen.

Rundvlees eten in het hindoeïsme wordt als een zonde beschouwd. Of het nu brahmaan is of niet, elke hindoe zal zweren geen koeienvlees te eten omdat het heilig voor hem is. Ook de Rig Veda verwijst naar de koe als Aghanya of ‘degene die het niet verdient om gedood te worden’. De Rig Veda gaat verder om de koe aan te spreken als Moeder van Rudras, de dochter van Vasus, de zus van de Aditya's en het Centrum van Nectar. Het lijdt geen twijfel dat de koe heilig was voor de Ariërs en dat ze hem nooit voor welk doel dan ook zouden doden.





De geschiedenis van hoe koeien voor hindoes ‘heilig’ werden, is niet zo heilig en het zal je wegblazen© Reuters

Maar bewijst dit afdoende bewijs op enigerlei wijze dat hindoes - brahmanen of niet-brahmanen - ooit geen rundvlees aten? Het antwoord op die vraag ligt in de fijnere details van ‘Brahmanas’ (oude Indiase teksten). In Taittiriya Brahmana staat duidelijk geschreven dat een dwergos moet worden gekozen om aan Vishnu te offeren, een zwarte koe voor Pushan en een rode koe voor Rudra. Er staat zelfs dat ... het doden van de koe voor de gast zo sterk was gegroeid dat de gast ‘Go-ghna’ werd genoemd, wat de doder van de koe betekent. Om deze slachting van de koeien te vermijden, suggereert de Ashvateyana Grahya Sutra (1.24.25) dat de koe moet worden losgelaten wanneer de gast komt om aan de regel van etiquette te ontsnappen.

Als deze teksten niet voldoende bewijs zijn dat hindoes rundvlees aten, kunnen de wetten van Manu alle aanhoudende twijfels wegnemen. De wetten van Manu verbieden het doden of eten van koeienvlees in feite niet, hij beschouwde de koe als een onzuiver dier. In hoofdstuk drie gaat hij zelfs verder met te zeggen: hij (Snataka) die beroemd is (vanwege de strikte uitvoering van) zijn taken en zijn erfgoed, de Veda van zijn vader, heeft ontvangen, zal worden geëerd, zittend op de bank en versierd met een krans. met het cadeau van een koe (het honingmengsel).



Met deze oude teksten van de Brahmana's is het overduidelijk dat hindoes ooit niet alleen vlees aten maar ook koeienvlees. Maar als dat het geval is, op welk punt in de geschiedenis vond dan zo'n grote transformatie plaats dat het door het eten en offeren van koeien de ‘Heilige’ voor hindoes werd?

Deze transformatie kan worden teruggeleid naar de tijd dat Ashoka de enige echte koning was. Zijn pijler-edicten wijzen op een verandering in de eetgewoonten door middel van goede wetgeving. Edict V zegt:

Aldus zei Zijne Heilige en Genadige Majesteit, de koning: Toen ik zesentwintig jaar was toegewijd, werden de volgende soorten vrijgesteld van slachting verklaard, namelijk: papegaaien, spreeuwen-adjudanten, Brahmany-eenden, ganzen, pandirnukha's, gelata's, vleermuizen, koningin-mieren , vrouwtjesschildpadden, beenvissen, vedaveyaka's, gangapuputaka's, vleet, (rivier) schildpad, stekelvarkens, boomeekhoorns, barasingha-hert, Brahmany-stieren, apen, neushoorns, grijze duiven, dorpsduiven en alle viervoetige dieren die niet worden gebruikt of gegeten.



Hoewel sommige historici beweren dat het geen sluitend bewijs is dat niet-brahmanen worden gedwongen geen rundvlees te eten, houdt het toch enige grond vast. Dit edict brengt ons ook bij een andere belangrijke vraag: waarom de brahmanen dan zouden stoppen met het eten van vlees of vlees van welke soort dan ook als Asoka alleen het offeren van bovengenoemde dieren had verboden.

De geschiedenis van hoe koeien voor hindoes ‘heilig’ werden, is niet zo heilig en het zal je wegblazen© Facebook

Het antwoord op deze vraag ligt in de strijd om de suprematie tussen het brahmanisme en het boeddhisme. Het boeddhisme werd de grootste religie in India in de tijd van de grote Boeddha. Om de relevantie ervan terug te krijgen, begonnen brahmanen de meeste concepten van het boeddhisme in zijn puurste vorm te volgen. Toen Boeddha stierf, begonnen de brahmanen ook figuren van Shiva in de tempels te installeren (een kopie van de boeddhisten die stoepa's bouwden), wat volledig tegen het brahmanisme was. Ook hadden de boeddhisten het ritueel van yajna door brahmanen, dat bestond uit het offeren van de koeien, volledig verworpen. Dit was in overeenstemming met de wetten van Ashoka. Omdat de brahmanen extreem werden neergekeken voor dit ritueel en Gognha werden genoemd (degene die koeien doodt), besloten de brahmanen om het eten van vlees, koeien of niet, helemaal op te geven.

Na verloop van tijd werd het doden en eten van koeienvlees ondraaglijk, zoals gepropageerd door verschillende religieuze leiders, nu is vastgesteld dat het een onvergeeflijke zonde is.

We vinden dat iemands eetgewoonte zijn persoonlijke keuze moet zijn en dat niemand een vinger mag opsteken tenzij het iemands ruimte binnendringt. Wat voel je? Vertel het ons in de reacties hieronder.

Foto: © Reuters (hoofdafbeelding)

Wat denk je er van?

Begin een gesprek, geen vuur. Post met vriendelijkheid.

Plaats een reactie